Return to site

Wie niet rijk is, moet slim zijn.

Bekentenissen van een schrijver #3

Al van toen ik de hoogdagen van mijn jeugd spendeerde in een sociale woonwijk in Antwerpen weet ik:

wie niet rijk is, moet slim zijn. En als je wil opvallen tussen 90.000 andere boeken op een boekenbeurs, dan is de boodschap helemaal dat je creatief moet zijn met je middelen. Helaas heb ik gisteren weer eens mogen ervaren dat boek.be, de organisator van de boekenbeurs, zich op dat vlak gedraagt als een lastige schoonmoeder. Het was wat mij betreft, de keer teveel.

2017 is ondertussen de 8ste keer dat ik de beurs meemaak als auteur. Vooraf kijk je er tegenop: de hallen die veel te warm worden als er een beetje volk in rondloopt tot op het punt dat je het benauwd krijgt aan tafel, de lauwe frietwalm en de schrale biergeur die na 3 dagen blijft hangen, de chagrijnige wc-dames-en heren, etc, etc, etc… Maar eens je daar als auteur zit en er stoppen een paar mensen aan je tafel die je boek hebben aangeschaft, dan vergeet je dat allemaal weer. Een beetje zoals je een bleirend kind alles vergeeft wanneer het met een zelfgemaakte tekening afkomt voor je verjaardag. U snapt het: je begint er als auteur aan met gemengde gevoelens.

Kleine garnaal tussen grote haaien

Bovendien is het meer dan ooit opdracht om als kleine garnaal in zo’n circus goed na te denken over hoe je kan zorgen dat mensen überhaupt ontdekken dat je iets geschreven hebt. Een oude wetenschap in de marketing luidt dat mensen 7 of 8 keer iets gezien of gehoord moeten hebben over je product, voor ze het zich zelfs nog maar herinneren. De Chinezen hebben er een spreekwoord voor: wie slaapt, vangt geen vis. Of waren het nu de Italianen? Maakt niet uit... Grote uitgeverijen kopen die aandacht gewoon met advertentieruimte in de media en op websites. Bij een bezielde tweemans-uitgeverij als Witsand, waar ik actief ben, komt het erop aan het maximum te halen uit beschikbare middelen.

Gelukkig heb ik op het vlak van campagne voeren wel wat ervaring uit mijn theaterleven, dus pakte ik één van de meest succesvolle strategieën mee naar de boekenbeurs: een flyerteam. In essentie deelt een flyerteam gewoon reclamefolders uit aan voorbijgangers. Door de jarenlange ervaring met de theaterproducties, weet ik echter dat je ook in het flyeren heel gericht kan werken. Dus had ik een flyerteam van 2 aardige meisjes opgeroepen die een T-shirt aankregen met de cover van mijn boek, terwijl ze tegelijk rustig over de beurs wandelden en vooral aan geïnteresseerde dames een flyer meegaven. Ik gaf hen expliciet de instructie om zeker niet binnen te wandelen op de standen van andere uitgevers en het blaadje alleen te overhandigen aan mensen die het ook echt wilden aannemen. Bovendien moesten ze erbij vertellen dat ik zat te signeren aan stand 227.

broken image

Le Gendarme de L'Antwerp expo!

U zal het misschien raar vinden, maar het werkt echt. Als mensen mijn cover zien op de stand, zie je dikwijls de blik van herkenning en zijn ze meteen nieuwsgierig naar wat er dan achter die cover schuilt. Zo simpel kan het zijn: iedereen content.

Tot gisteren. Toen zag ik ineens mijn twee flyermeisjes voorbijschieten met een paniekerige blik in hun ogen. Ik gebaarde vragend wat er aan hand was en ze wezen met opgetrokken wenkbrauwen naar een klein zwetend mannetje in een donker pak die ondertussen tot bij mijn uitgever, Dirk Demuynck getrippeld was. Met brede handgebaren en een streng gezicht keek hij op naar Dirk en wees naar de meisjes. Ik besloot even polshoogte te gaan nemen en hoorde hem net sissen: “Dat is tegen elke afspraak!” Dirk stelde hem voor als: één van de organisatoren van de beurs. “Wat is eigenlijk het probleem?”, vroeg ik hem. “Zij delen flyers uit op de hele beurs. Dat mag niet”, dicteerde hij terwijl hij rood aanliep. “Wij geven uitgevers en auteurs faciliteiten genoeg om hun activiteiten kenbaar te maken! Dus dit hoort niet.” Ik deed een stap achteruit en ik zei: “Jamaar, dit is toch een boekenbeurs? En dit is gewoon reclame voor een boek. Wat is eigenlijk het probleem.” Hij keek me streng aan, zoals vroeger schooldirecteurs me meestal aankeken als ik weer eens een regel had gevonden om te overtreden want –ja, ik beken- ik ben niet goed met regels. Toon mij een regel en het begint in mijn hoofd al meteen te knetteren van de inspiratie om die te overtreden. Ik weet het; het is een gebrek, maar ik heb ermee leren leven. Ook bij de promotie van vorige werken, bij andere uitgevers stootte ik zo al op de grenzen van de creativiteit van Boek.be met andere acties. Dat moet hij allemaal gezien hebben aan mijn gezicht, want toen haalde hij zijn ultieme argument boven: “Het is tegen de regels! Stel je voor dat iedereen dit zou beginnen doen!” Ik werd er vrolijk van, want ik waande mij terug op de middelbare school en antwoorde: “Ja, stel je voor dat auteurs ontdekken dat ze zelf reclame voor hun boeken kunnen maken en niet afhankelijk zijn van de organisator van een braderij om hun waar aan de man te brengen.” De man keerde zich om en marcheerde nijdig van de stand weg.

In welke eeuw verkeren zij mentaal eigenlijk? Zijn ze er zich bewust dat de slavernij reeds afgeschaft is? Zo niet, wil iemand hen dat even dringend gaan zeggen?

En dan?

Ik vroeg aan mijn uitgever: “Wat kunnen ze doen? Gaan ze jou hiervoor sanctioneren?” Hij haalde zijn schouders op. Ik stuurde het flyerteam weer op pad.

Maar de rest van de middag, bleef ik zitten met een wee gevoel. Ik kon, en kan er nog altijd, niet bij dat een organisatie als Boek.be, die de beurs organiseren, zich op die manier gedraagt tegenover de mensen die uiteindelijk hun basisgrondstof aanleveren. In welke eeuw verkeren zij mentaal eigenlijk? Zijn ze er zich bewust dat de slavernij reeds afgeschaft is? Zo niet, wil iemand hen dat even dringend gaan zeggen? Ik weet ook wel wat van het organiseren van beurzen, dus ik weet vooral hoe boek.be daar geld uit haalt. Er zijn niet alleen de toegangsgelden van de toeschouwers, ook de standhouders betalen allemaal fikse vergoedingen per vierkante meter die ze inpalmen, dan zijn er de zalen die verhuurd worden voor evenementen aan uitgeverijen, de licenties die gegeven worden voor de drank-en eettenten, en daar bovenop bedelt boek.be nog eens een flinke kwak subsidies van de overheid af omdat ze zich bezighouden met het verdedigen van cultuurgoed… En uitgerekend die organisatie wordt dan kwaad bij monde van een autoritaire miskweek met een walkie-talkie omdat een auteur die daar helemaal gratis zit, een poging doet om creatief reclame te maken. Pas op: ik snap de bron van ‘s mans frustratie wel. Uiteindelijk heb ik een manier van reclame maken gevonden, waar boek.be nog geen commissie op kan innen. Anders dan bij de commerciële partners zoals Ricola, Campina en Beemsterkaas die allemaal rustig mogen rondwandelen en hun waar opdringen aan de mensen met opzichtige sandwichmannen-en vrouwen. Maar dat is natuurlijk allemaal smaakvol en volgens de regels, want het brengt zaad in het bakje voor boek.be.

Ik denk dat het tijd wordt voor die club om eens in de spiegel te kijken en zich af te vragen voor wie ze nu eigenlijk werken…

broken image